Dag 2

Dag  2: dinsdag 18 september 2012

Gisteravond werd mijn zusje opgebeld door een vriendin. ‘Ik heb twee vragen aan je,’ zei het meisje opgewonden aan de andere kant van de lijn. ‘De eerste gaat over huiswerk. De tweede: waarom draagt jouw zus opeens een hoofddoek?’

Het was vandaag de tweede dag die Lisa en ik met een hoofddoek zouden doorbrengen. Ik stond vanochtend net iets te laat op en het eerste wat ik zag was stromende regen die langs mijn slaapkamerraam naar beneden sijpelde. Dat werd dus naar school fietsen met een paraplu. Want wie wil er nou de hele dag op school zitten met een vochtige hoofddoek? Dat is natuurlijk een nadeel van een hoofddoek dragen in Nederland: het regent hier altijd.
In de drie VWO-6 klassen lijken de reacties verbazingwekkend bekoeld. Leerlingen en leraren kijken even vreemd op als ik langsloop, herinneren zich ons project, en richten daarna hun aandacht weer op waar ze mee bezig waren. Alleen de mensen die gisteren niet aanwezig waren, verkondigen lachend hun mening over ons nieuwe uiterlijk.
Het is toch vreemd om aan iedereen te merken hoe snel zoiets went. Het voelt nog steeds niet natuurlijk, maar ik kijk zelf ook niet meer verbaasd op, elke keer dat ik langs een spiegel loop.
Nu er minder gejoel in mijn eigen klas te horen is, begin ik meer te letten op de reacties in de rest van de school. Als ik door de gang loop, kijken veel leerlingen me nieuwsgierig na. ‘Echt raar, als ik naast jullie loop, heb ik de hele tijd het gevoel dat iedereen mij 
aanstaart,’ zegt een vriend. Ik moet zeggen dat ik blij ben dat ik straks, na een week, van al deze starende blikken verlost zal zijn.

En dan hebben we het laatste blok gymnastiek. Tja, en wat moet je dan met je hijaab? Op aanraden van onze PWS-begeleidster hebben Lisa en ik ervoor gekozen om tijdens gym geen hoofddoek te dragen, maar wel een lange broek en een lang T-shirt. We bezitten zelf namelijk geen speciale sporthoofddoeken die vaak door moslima’s voor gym worden gebruikt. Bovendien zijn we nog niet zulke fantastische hoofdoekknopers dat onze hijaab goed om ons hoofd zou blijven zitten tijdens het sporten. Toch is het al heel anders om met lange mouwen te sporten, in plaats van een luchtig topje.

Na school ga ik met mijn zusje een ijsje eten op het winkelcentrum. Veel starende blikken krijg ik eigenlijk niet. Twee meisjes die ik vaag ken fietsen langs en hun zenuwachtige gegiechel sterft langzaam weg als ze verder rijden. Een Marokkaanse jongen trekt even zijn wenkbrauwen op als we  voorbij lopen. Bij de ijssalon maken we gezellig een praatje met een invalide man. Het is fijn om te merken dat (onbekende) mensen niet anders op me reageren als ik tegen ze praat. Ik ben nog steeds Femke, en ik sta nog steeds op dezelfde manier tegenover alles en iedereen.
Mijn oma, die in de straat woont, trekt de deur wijd open als ze ziet dat ik op de stoep sta. ‘Kind, dit is natuurlijk voor je project! Heel anders, maar het staat je wel mooi. Ik vind het maar dapper van jullie!’ zegt ze. Ook mijn vriendje glimlacht als hij mijn kamer binnenloopt en ik daar achter de computer zit met een half afgezakte hoofddoek.  ‘Dag, hoofddoekdraagster,’ groet hij.

Toch is mijn gedrag niet helemaal hetzelfde als altijd, ook al heb ik dat zelf niet zo door. Als mijn zusje en foto voor onze blog probeert te maken, zegt ze: ‘Je gaat nu toch anders staan voor een foto. Normaal gesproken lach je uitdagend en uitbundig en nu sta je er… ik weet niet, veel rustiger en netter bij.’

'Je staat er rustiger en netter bij,' zei mijn zusje toen ze deze foto maakte.

Maak jouw eigen website met JouwWeb