Dag 6

Dag 6: zaterdag 22 september 2012

Ik word ’s ochtends wakker en besef dat dit de laatste dag is dat ik een hoofddoek zal dragen. Ik blijf een paar seconden liggen en geniet onwillekeurig van het besef dat ik morgen weer helemaal mezelf kan zijn. Dan sta ik op, kleed me aan, maak wat huiswerk en spring op de fiets om naar mijn vriendje te gaan. We hadden afgesproken samen de stad in te trekken om wat kleren voor hem te kopen.

Hoewel mensen niet echt raar reageren, levert het toch nog wat gissende blikken op als er een overduidelijk Nederlandse jongen met blond haar hand in hand loopt met een meisje dat een hoofddoek draagt. Een stel dat volgens mij van Turkse afkomst is werpen mij af en toe speculerende blikken toe. ‘Dat meisje met die hoofddoek en die jongen…’ zijn de woorden die ik opvang. Helaas kan ik voor de rest niet verstaan wat ze zeggen. Verder krijgen we eigenlijk nauwelijks reacties.

Aan het eind van de dag stort ik een beetje in. Ik besef nu zo goed dat ik eigenlijk de hele week met een masker heb rondgelopen, dat ik me voor vreemden qua uiterlijk zo anders heb voorgedaan dan ik eigenlijk ben. De starende blikken, de vragen, de opmerkingen op straat en de grappen op school zorgden ervoor dat ik mezelf en anderen constant aan het observeren was. Dat ik constant de reacties van iedereen bleef peilen. Op het moment dat je je anders voordoet dan je bent, ben je zo bezig met wat anderen van je denken en vinden dat je eigenlijk een beetje vergeet om gewoon lekker te leven.

Maar stel dat die hoofddoek voor mij geen masker was gewees
t. Dat ik echt bekeerd was tot de Islam en dat die hoofddoek ook echt een belangrijk deel van mezelf en mijn geloof was geworden. Ik besef hoe moeilijk ik het dan had gehad op school, omdat veel mensen me al raar aankeken of me uitlachten vóór ze hadden gevraagd wat er precies aan de hand was. Dit is, denk ik, meer uit onbeholpenheid dan dat ze me wilden kwetsen, maar ik had me dan niet echt geaccepteerd gevoeld. En dat op een school waar juist iedereen zou moeten kunnen zijn wie hij is. Aan de andere kant weet ik wel zeker dat ik ontzettend veel steun zou hebben gehad van mijn vrienden en familie. Bovendien raakte iedereen om me heen toch vrij snel aan het idee gewend en reageerde niemand na een tijdje nog raar. Uiteindelijk zou iedereen me wel geaccepteerd hebben, ook omdat mijn houding waarschijnlijk overtuigender was geweest als ik ook echt in Allah had geloofd.

En dan doe ik ’s avonds mijn hoofddoek voor de laatste keer af. Dit project is nu afgesloten voor Lisa en mij. Ik heb eigenlijk alles gedaan deze week wat ik normaal gesproken in een langere periode doe: ik ben naar school geweest, ben twee keer naar de stad gegaan, heb een universiteit bezocht… ik ben zelfs uitgegaan. Als ik zo terugkijk ben ik erg blij dat ik project heb gedaan, het heeft me toch een nieuwe kijk op het dragen van een hoofddoek gegeven die ik nooit uit een boek zou hebben kunnen leren. 
Als ik met losse haren naar beneden loop om mijn jas aan te doen, kom ik het zusje van mijn vriendje tegen. Ze kijkt me aan en zegt met een grijns: ‘Hé Femke, wat heb je met Fatima gedaan?’

Een kleine terugblik: Lisa en ik samen op het terras van de Winkel van Sinkel. We hebben zeker ook gelachen deze week!