De Koran: Het Woord van God

Hoewel de Islam nog andere belangrijke boeken kent, zoals de Hadith (de Overleveringen), is de Koran verreweg het belangrijkste. Het Arabische woord 'Al’Quran' betekent letterlijk ‘citeren, voordragen’. De Koran neemt binnen de Islam een zeer bijzondere plaats in. Het is volgens Moslims namelijk letterlijk Het Woord van God (Allah). In het jaar 610 na Christus kreeg de boodschapper Mohammed een openbaring van de Engel Gabriël, die de eerste verzen van het Woord van God aan hem vertelde. In de daaropvolgende 23 jaar werd de Koran vers voor vers aan Mohammed geopenbaard. 

In de afgelopen 1400 jaar is er geen letter, nee, zelfs geen leesteken in de Koran gewijzigd. Oorspronkelijk zijn de geschriften in het Arabisch vastgelegd en de woorden zouden in de volgorde van Allah zijn geopenbaard. Als er ook maar iets aan de Koran verandert, is het geen echte Koran meer.
Een vertaling vanuit het Arabisch wordt dan ook niet als authentiek gezien. Een vertaling zou namelijk automatisch een interpretatie betekenen en bevat dus niet meer de oorspronkelijke tekst. Bovendien vertonen vertalingen grote verschillen met de Arabische woordvolgorde.

De meeste Moslims beschouwen de Koran als een boodschap aan de gehele mensheid, ongeacht de tijd waarin ze leven en hun ras of oorsprong. Het Woord van God zou voor iedereen een baken en gids moeten zijn tot aan het Einde der Tijden.
Omdat de Koran zo’n bijzonder boek is, worden Moslims geacht om er heel voorzichtig mee om te springen en het niet zomaar te bevuilen of weg te gooien.

De opbouw van de Koran

De eerste verzen die aan Mohammed werden geopenbaard werden de eerste Vijf Verzen van Surah Al-Alaq genoemd:

'Lees voor in de naam van jouw Heer die heeft geschapen
Geschapen heeft Hij de mens uit een klonter.
Lees voor! Jouw Heer is de Edelmoedigste
Die onderwezen heeft met de pen
Hij heeft de mens onderwezen wat hij niet wist' (Koran 96: 1-5)

In het allerlaatste vers van de openbaring staat:

'Heden heb ik jullie godsdienst voor jullie voltooid' (Koran 5:3)

De Koran is echter niet opgebouwd in chronologische volgorde. Rond het jaar 650 verzamelde kalief Oethman ibn Affan de teksten.  De Soera’s, de hoofdstukken die de heilige verzen bevatten, zijn toen min of meer op lengte gerangschikt.
De Koran bestaat uit 114 Soera’s, en omdat zij aan Mohammed werden geopenbaard in de plaatsen Mekka en Medina, bestaan er Mekaanse en Medinese Soera’s. De korste Soerah omvat drie en de langste Soerah omvat 286 verzen. Alle Soerahs hebben ook een naam, zoals ‘De Opening’, ‘De Samenkomst’, ‘De Berg,’ of ‘De Knoeiers’. Bovendien begint elke Soera, behalve die van Het Berouw, met de spreuk Basmala:  ‘Bismillah ar-Rahmaan ar-Rahiem’, wat betekent:  ‘In de naam van God, de erbarmer, de barmhartige’.