Dag 3

Dag 3: woensdag 19 september 2012

Toen ik vandaag een mondelinge overhoring voor Latijn had, praatte ik een tijdje met mijn leraar over het verschil tussen schijn en werkelijkheid. Misschien ken je het beroemde verhaal van de Griekse filosoof Plato wel: de grotvergelijking. Dit verhaal gaat over het verschil tussen de absolute waarheid en de zichtbare wereld: datgene wat mensen in het dagelijks leven waarnemen. Alles je wat ziet laat een bepaalde indruk op je achter: je doxè.
‘Maar weet je wat jij op dit moment doet? Jij speelt op dit moment met de doxae (indrukken) van anderen,’ zei mijn leraar bedachtzaam.
En dat is waar. Door deze week een hoofddoek te dragen, laat ik een bepaalde indruk op mensen achter. Maar als ze aan mij zouden vragen waarom ik me bedek, zullen ze waarschijnlijk verbaasd zijn als ik vertel dat het voor een project op school is. Net als sommige mensen verbaasd zouden zijn als een moslima vertelt dat ze er zelf voor gekozen heeft een hijaab te dragen, en niet omdat het van haar man moet. De indruk die je krijgt van iemand hoeft niet speciaal ook de waarheid te zijn.

Deze dag, de derde dag dat ik een hoofddoek droeg, verliep voor mij relatief rustig. Bijna niemand op school reageert nog raar en er komen zelfs een paar mensen naar me toe die zeggen: ‘Het is vreemd, maar ik ben er al een beetje aan gewend om jou met een hoofddoek te zien.’
Ik spreek twee mensen aan die tot nu toe nog niet echt gereageerd hebben om te vragen hoe dat komt. ‘Dat komt omdat ik het wel mee vind vallen hoe anders je eruitziet,’ zeggen ze. ‘Je bent nog steeds dezelfde hoor, je hebt nog steeds hetzelfde gezicht. En ik kijk vooral naar je gezicht.’ Dit is de beste reactie tot nu toe; als  iedereen in Nederland op deze manier naar anderen zou kijken, is het probleem van ‘vooroordelen’ zó verdwenen.
Na een tijdje haal ik de strakke haarband weg die ik onder mijn hoofddoek draag weg. Ik krijg na drie dagen namelijk hoofdpijn van het drukkende elastiek. Nu snap ik waarom niet alle Moslima’s elke dag een dikke haarband of een kapje onder hun hoofddoek dragen. Het is een verlichting als de soepele stof van de hoofddoek het enige is wat nog om mijn hoofd gebonden zit, ik moet alleen iets beter oppassen dat er geen haren onderuit komen.

En het gewone leven gaat door. Dus stap ik ’s avonds op de fiets om naar mijn wekelijkse harples te gaan. ‘Ben je moslima geworden?’ vraagt mijn lerares eerst behoedzaam, en na wat uitleg begint ze uitgebreid haar mening te verkondigen over ons project.
‘Bij mij op school lopen er ook opeens twee meisjes rond met een hoofddoek!’ zegt het meisje dat vóór mij les heeft.
‘Dat geloof ik graag,’ zeg ik lachend. ‘Dat waren Lisa en ik. Wij zitten namelijk bij jou op school!’

Het was vandaag de laatste dag dat ik op school een hoofddoek heb gedragen. Morgen ga ik met Lisa een dag doorbrengen in Utrecht, en ’s avonds vertrek ik met een vriendin, Floor, naar Delft. Een vriend van ons studeert daar bouwkunde en wij gaan vrijdag meedoen met een college van hem. Ik ben benieuwd wat de reacties op de universiteit zullen zijn.

Lisa en ik op onze school.

Maak jouw eigen website met JouwWeb